Het Afrikaans lijkt heel erg op het Nederlands. Als je goed luistert, kun je het meeste gewoon verstaan. Het Afrikaans wordt hier ook wel ‘baby Dutch’ genoemd.
Dit komt omdat er veel verklein woordjes worden gebruikt. Hieronder alvast de 1e les Afrikaans 🙂
- Baie – erg, veel
- Dankie – dankjewel, meestal gebruikt als ‘Baie dankie’
- (Goeie) more – goedemorgen
- Hoe gaan dit – hoe gaat het. Verbaas je echter niet als ze vragen ‘Howzit’
- Kan nie kla nie – dit is een veelgehoord antwoord op de vorige vraag. Meestal betekent het gewoon dat het goed gaat 😉
- Peuselhappie – snack
- Robot – verkeerslicht
- Plakkies – slippers
- Moenie worrie niet – maak je geen zorgen
- Bietjie – nee is geen bietje maar een beetje. Spreek uit als Biekie
- Kombuis – keuken
- Warm drukkie – knuffel
- Laat lammetjie – nakomertje
Alles is hier ‘lekker’ Dit wordt overal voor gebruikt. Verbaas je niet als je ineens een Engels sprekende Afrikaan tussendoor hoor roepen ‘Lekker man’
Soms levert het Afrikaans voor een Nederlander lachwekkende situaties op. Een ‘Aftrekplek’ is namelijk niet wat je denkt 😉 Het is een stop plaats waar je vaak ook inlichtingen kunt inwinnen. De ‘Hoërskool” is niet een school waar je het oudste beroep ter wereld kunt leren maar een ‘hogere school’ En mocht je je onderweg afvragen wat toch een ‘Padstal’is ….. dat is een stal wat op je pad komt ;-)Dit zijn kleine weg restaurantjes waar je bijvoorbeeld heerlijke ‘Roosterkoek’ kunt kopen. Roosterkoek is absoluut iets wat je moet proberen als je in Zuid-Afrika bent. Het is een broodje waar je kunt kiezen uit verschillende soorten beleg wat even gegrild wordt op een houtvuur. Erg lekker!!